Mensen en dieren en hun omgeving kunnen veel infectieziekten op elkaar overbrengen. Een deel van de infectieziekten van dieren is besmettelijk voor de mens. Een zoönose is een infectieziekte die van een gewerveld dier op de mens kan overgaan. Het woord zoönose komt van het Griekse woord zoön (dier) en nosos (ziekte). Bekende dragers die ziekten op de mens kunnen overdragen zijn de cavia’s, geiten, honden, katten, paarden, ratten, runderen, varkens en vleermuizen. Zo kunnen bijvoorbeeld de geit op de kinderboerderij Colibaccilose, Q-koorts, Schurft, Salmonellose of Toxoplasmose, de kat Chlamydiose of Trichinellose en het paard Dermatophytose veroorzaken. Dieren die drager van een ziekte zijn, hoeven er zelf niet altijd ziek van te worden. Zo dragen kippen vaak Campylobacter of Salmonella bij zich zonder ziekteverschijnselen en kunnen teken de ziekte van Lyme veroorzaken.
Naast het overbrengen van ziekten van een dier op de mens kunnen ziekten ook overgedragen worden door bedorven voedsel en andere omgevingsfactoren, zoals uitwerpselen, oppervlakte water en andere substraten. Een Sapronose is een infectieziekte bij de mens die ontstaat door abiotische substraten uit de omgeving, zoals bedorven voedsel. Het woord sapronose komt van het Griekse woord sapros (bedorven) en nosos (ziekte).
Door allerlei maatregelen kunnen er zoönosen en sapronosen verdwijnen, maar er komen ook nieuwe ziekten bij doordat mensen steeds meer reizen, veranderende voedingsgewoonten (bijvoorbeeld carpaccio, sushi) en het klimaat dat verandert. Door de opwarming van de aarde kunnen vectoren (transporteurs die ziekten van dieren op mensen overbrengen) in ons klimaat overleven, zoals bepaalde muggen, teken en vliegen.
Er zijn minstens 850 zoönosen en sapronosen, waarvan er ongeveer 100 ook zeer regelmatig in Nederland voorkomen. Zoönosen en sapronosen kunnen veroorzaakt worden door schimmels, virussen, bacteriën en parasieten en niet levende vervuilde omgevingsfactoren. Een besmetting kan onder andere plaats vinden via inname van besmet voedsel, contact met geïnfecteerde dieren, contact met besmet dierlijk materiaal zoals mest of besmet oppervlakte water, via inademing (stofdeeltjes in de stal) en via vectoren (zoals muggen en teken).
Een zoönose of sapronose kan afhankelijk van de soort besmetting allerlei symptomen en ziekteverschijnselen geven. Bepaalde zoönosen komen in Nederland veel voor, zoals Campylobacteriose, de ziekte van Lyme en ringworm. Daarentegen komt een Hantavirusinfectie in Nederland weinig voor. De geschatte incidentie van Campylobacteriose was in Nederland in 2014 97.500 en van het Hantavirus 36. Zo kan het Hantavirus afkomstig van knaagdieren en overgebracht via feces en urine algehele malaise, koorts en nierproblemen veroorzaken. De sapronose salmonellose komt in Nederland wel weer zeer veel voor. Klachten ten gevolge van een zoönose of sapronose kunnen volledig genezen, maar het is ook mogelijk dat de er chronische restklachten aanwezig blijven bijvoorbeeld door latente virusresten of bacterietoxines waarbij er regulier geen afwijkingen meer te constateren zijn.
Viruspandemie. Van een viruspandemie is sprake als het virus wereldwijd voorkomt en er sprake is van een ernstig bedreigende situatie voor de volksgezondheid. In de regio Wuhan in China startte in december 2019 een uitbraak van een nieuw coronavirus, ook wel SARS severe acute respiratory syndrome - CoV coronavirus -2 genoemd. Het virus kan de ziekte COVID-19 veroorzaken. In Nederland, maar ook wereldwijd, worden er maatregelen genomen om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Mensen met het coronavirus hebben koorts en luchtwegklachten, zoals hoesten of kortademigheid. Dit nieuwe coronavirus wijkt af van de bekende coronavirussen die bij mensen voorkomen en kan zeer veel mensen ziek maken en slachtoffers eisen. Zoönosen kunnen een belangrijke rol spelen bij het ontstaan van zo’n pandemie. Er wordt in het algemeen gesteld dat hoe gezonder men is en hoe sterker het immuunsysteem, des te gemakkelijker dit virus overwonnen kan worden. Ter preventie bijvoorbeeld bij COVID-19 zijn voedingssupplementen zeer nuttig, zoals Vitamine D3 en vele andere. Daarnaast is het belangrijk dat het immuunsysteem te allen tijde in optimale staat is.
Het zijn bepaalde effectieve behandelstrategieën met natuurlijke middelen en maatregelen, die effectief kunnen zijn tegen post-COVID.